Het vloeibare goud

Veelgestelde vragen

Voor elke vraag een antwoord

Veelgestelde vragen over honing

Honing is al eeuwen lang een gegeerd goedje voor zowel mens als dier. Toch bestaat er veel onduidelijkheid over, onder andere omdat er tegenwoordig veel minder imkers zijn dan vroeger. Hoewel we makkelijk een hele website zouden kunnen vullen over honing, hebben we alvast op deze pagina de meest voorkomende vragen samengebracht en een antwoord voorzien.

Honing is een dikke, vloeibare substantie die gemaakt wordt door (verschillende soorten van) bijen. Deze vloeistof wordt gemaakt door het verwerken van van nectar van bloemen en bevat heel wat heilzame eigenschappen. Daarnaast is honing ook een natuurlijke zoetstof die heel vaak gebruikt wordt in de keuken, in het bijzonder in gebak of op salades.

Voor de bijen is honing niet alleen een lekkernij, het is voor hun een pure noodzaak: het is voor de bijen de primaire voedingsbron bij uitstek die zij doorheen het hele jaar gebruiken. Door de vele suikers vormt honing de ideale bron van koolhydraten, wat voor de bijen dienst doet als "brandstof" voor al het harde werk dat zij elke dag opnieuw verrichten.

In de zomer is er, dankzij de goede temperaturen, meer dan genoeg voeding te vinden voor de bijen. In de winter verdwijnen de bloemen echter, waardoor de bijen genoodzaakt zijn om tijdens de warme maanden een voorraad aan te leggen die ze kunnen gebruiken om het nest door de winter te krijgen. Deze honing wordt opgeslagen in honingraten in het nest. Daarom is het belangrijk dat een imker niet te veel honing uit de kasten haalt, want anders tekent hij het doodsvonnis van de bijen.

Ja en nee. Hoewel er nog andere dieren zijn die een soortgelijke substantie creëren (bijvoorbeeld hommels), is het niet toegelaten deze stof de benaming “honing” te geven. Dit mag enkel en alleen als de stof effectief voor de honingbij geproduceerd is.

Om honing te kunnen, moeten de bijen eerst nectar verzamelen in bloemen in de omgeving van hun nest. Eens gevonden gaan de bijen deze nectar opslaan in een speciaal orgaan in hun lichaam genaamd de “honingmaag”. In dit orgaan wordt de honing gemengd met speeksel van de bij en worden er speciale enzymen aan toegevoegd. Vervolgens zal de bij de vloeistof terug ophoesten en doorgeven aan een volgende bij, die dit proces herhaalt. Op die manier vormen bijen een “assemblagelijn” van honderden bijen lang, totdat de nectar helemaal verwerkt is tot honing.

Daarna wordt de honing opgeslagen in één van de vele zeshoekige cellen in de bijenkast, waarna de bijen met hun vleugels beginnen te flapperen om water uit de honing te doen verdampen. Hierdoor krijgt de honing de dikke, stroperige structuur die wij kennen. Eens de honing de juiste vochtigheidsgraad bereikt heeft, wordt de zeshoekige cel afgesloten met een laagje bijenwas om de honing veilig te kunnen bewaren tot het moment dat de bijen (of de imker) de honing nodig hebben.

Het aantal soorten honing hangt sterk af van de manier waarop ze ingedeeld worden. Zo geeft elke bloem een andere soort honing met andere eigenschappen en kun je dus in principe voor elke bloem een andere soort honing oplijsten. De meeste honing wordt echter gmaakt uit een combinatie van verschillende bloemen, en daarom is het logischer om een onderverdeling te maken op basis van de manier waarop de honing verwerkt is.

In de eerste plaats heb je rauwe honing, die rechtstreeks uit de bijenkast komt. Deze honing wordt in de meeste gevallen enkel licht gefilterd om de grootste onzuiverheden zoals bijenwas en propolis eruit te halen en kun je bij zo goed als elke imker kopen. Daarnaast heb je ook nog gepasteuriseerde honing. Dit is in feite niets meer dan rauwe honing die tot een bepaalde temperatuur verwarmd wordt om zo alle gist in de honing te vernietigen, waardoor de honing minder snel zal kristalliseren. Een derde soort is crème honing, rauwe honing die onder nauwlettend oog van de imker over een lange periode geroerd wordt en daardoor bewust kristalliseert. Hierdoor krijg je licht andere geur en smaak dan bij de rauwe honing, alsook een vastere textuur waardoor de honing makkelijker te smeren is. Een laatste soort is hakhoning, wat eigenlijk een soort snoep is die gemaakt wordt van rauwe honing. Deze soort honing is al millennia gebruikt als medicijn tegen ziektes zoals verkoudheid.

Hoewel het geen echte honing is, valt er toch nog een eervolle vermelding te maken voor honingdauw. Dit is een donkere, stroopachtige soort nectar die gemaakt wordt door bladluizen en andere organismen. Zij scheiden deze stof af op de bladeren van zowel loof- als naaldbomen, waarna de bijen de honingdauw verzamelen en omvormen tot rauwe honing. Honing die (voornamelijk) met honingdauw gemaakt wordt, heeft een bijzonder donkere kleur met bruine en groene tinten. Indien de honingdauw afkomstig is van naaldbomen, zal deze karakteristieke naaldgeur- en smaak ook in de honing te herkennen zijn.

De verschillende kleuren van honing zijn een gevolg van de verschillen in de bloemen waarvan de honing gemaakt wordt. Net zoals alle soorten bloemen van elkaar verschillen op vlak van vorm, geur, kleur en nog veel meer, zo zal ook het stuifmeel en de nectar die zij produceren, een andere samenstelling en dus ook andere eigenschappen hebben. Vermits nectar de basis vormt voor honing, is het dan ook logisch dat elke bloem een andere soort honing heeft. Deze verschillen beperken zich echter niet enkel tot de kleur van de honing: zo kan honing ook variëren op vlak van smaak, geur, viscositeit (stroperigheid) en kan de honing zelfs andere, helende eigenschappen hebben afhankelijk van de bloem waarmee de honing gemaakt is.

Het kan gebeuren dat je een potje vloeibare honing gekocht hebt en dat de deze honing na een tijdje hard geworden is. Dit proces wordt kristallisatie genoemd en is een heel natuurlijk proces en komt omdat de glucosemoleculen in de honing zich na verloop van tijd zullen scheiden van de watermoleculen, waardoor de honing hard wordt. Hoe snel dit gebeurt, hangt heel sterk af van verschillende omstandigheden, waaronder ook de bloem waarvan de honing gemaakt is. Zo zal acasiahoning nagenoeg nooit kristalliseren terwijl honing van koolzaadhoning dit wel heel snel zal doen.

Los van het feit dat je gekristalliseerde honing niet meer kunt gieten, heeft dit proces verder geen enkele impact op de smaak of de helende werking van honing en is het eigenlijk dus puur een kwestie van voorkeur. Kristallisatie wordt zelfs gezien als een signaal van uitstekende kwaliteit in honing. Als je honing toch gekristalliseerd is en als je dit liever niet hebt, kun je jouw honing eventjes opwarmen (vb in de microgolfoven of door deze onder warm water te houden), waarna deze opnieuw vloeibaar zal worden.

Hoe hard we ook proberen, zul je bij je een imker nooit “dezelfde honing als vorig jaar” kunnen komen. Dit is een logisch gevolg van het feit dat het aanbod aan bloemen en dus ook de nectar waarmee de honing gemaakt wordt), elk jaar heel anders is. Zo is het ene jaar een bepaalde bloem eerder of later in bloei of zaait een boer koolzaad waar er vroeger tarwe of maïs stond. En zelfs al was het aanbod exact hetzelfde, is de kans onbestaande dat er exact evenveel bijen naar dezelfde soort bloemen gaan als vorig jaar. Daarbij komt dan ook nog eens dat een werkster bij maar (ongeveer) 30 dagen leeft (en dus nooit “hetzelfde recept” kan gebruiken als het jaar voordien.

Honing bevat enorm veel voedingsstoffen die een positieve impact hebben op onze gezondheid. Zo bevat honing in de eerste plaats heel wat vitaminen, antioxidanten en mineralen zoals ijzer, calcium magnesium. Daarnaast heeft honing ook een antibacteriële werking, waardoor het een positieve impact heeft op verschillende menselijke kwaaltjes zoals verkoudheden en heeft het een positief effect op infecties en zwelling in het lichaam. Bijkomend heeft honing ook nog eens een positieve impact in de strijd tegen allergieën en kan het ook gebruikt wordt om open wondes sneller te laten genezen, zelfs beter dan elk kunstmatig alternatief. Tenslotte is honing ook nog eens zeer gezond voor de huid en helpt het bij de regulatie van de suikergehalte in het bloed. En het is ook nog eens gewoon super lekker en zit boordevol gezonde suikers die je lichaam een krachtige energie boost geven.

Honing kan inderdaad een positief effect hebben voor mensen met hooikoorts. Dit komt omdat honing gemaakt wordt door nectar van dezelfde bloemen die de pollen veroorzaken. Door deze honing in te nemen, bouw je een (beperkte) resistentie op waardoor de effecten van de pollen minder zwaar zullen zijn. De impact is echter beperkt en hangt ook sterk af van de soort van de honing die je consumeert. Om de beste resultaten te hebben, kies je best voor honing die gemaakt is op basis van bloemen die groeien in dezelfde omgeving als waar jij je bevindt. Het heeft dus geen zin om bijvoorbeeld honing uit Polen te eten als je tijdens het hooikoortsseizoen in België verblijft.

Eén bij kan jammer genoeg niet zo heel veel honing produceren in haar leven. Een belangrijke reden hiervoor is dat een werkster een levensduur heeft van ongeveer 30 dagen, waarvan zij de eerste helft permanent in de kast zal blijven en haar tijd zal doorbrengen met nuttige werkjes zoals het zorgen voor larven, het bouwen van cellen in bijenwas en het schoonmaken van cellen. In de tweede helft van haar leven vliegt de werkster elke dag tot 10 keer uit en brengt elke keer tot 0,04 gr aan nectar mee terug naar de kast, genoeg om 0,02 gr honing mee te maken. In totaal zal de werkster dus tijdens haar hele leven dus 2 tot 3 gr aan honing aanleveren voor de kast. Dat is niet veel natuurlijk, en is dadelijk ook de reden waarom er op elk moment tussen de 20.000 en 80.000 bijen in de kast actief zijn. Enkel op die manier kunnen ze samen genoeg honing verzamelen om de winter door te komen en het overleven van de kolonie veilig te stellen.

Als imker willen we op een zo efficiënt mogelijke manier de honing uit de kast halen zonder daarbij de bijen te veel te storen. Om dit te kunnen doen, werken we met speciale bijenramen die we in onze kasten steken en die de bijen kunnen gebruiken om een zeshoekige cellen op te bouwen. Doorheen de lente en zomer zullen zij dag en nacht in de weer zijn om deze cellen te vullen met honing. Eens alle ramen vol zijn, zal de imker de ramen tijdelijk verwijderen en worden ze geslingerd.

Het slingeren is een eenvoudig proces dat gelijkaardig werkt aan een slazwierder. Voor het uitvoeren van deze taak, maakt de imker gebruik van een honingslinger. In essentie is dit een cilindervormige ton met aan de binnenkant een rek om honingramen in te plaatsen. Dit rek wordt vervolgens in de cilinder om zijn eigen as gedraaid, waardoor de honing dankzij de middelpuntvliedende kracht tegen de wanden van de cilinder geslingerd wordt. Vervolgens druipt de honing naar beneden, waar de vloeistof via een kraantje en een filter in een emmer opgevangen wordt.

Na het slingeren worden de ramen terug in de bijenkast gezet. De bijen maken de cellen vervolgens opnieuw proper waarna ze opnieuw aan de slag gaan om de ramen te vullen met nieuwe honing. Dit proces herhaalt zich 1 tot 5 keer per jaar, afhankelijk van de omstandigheden (temperatuur, neerslag, locatie van de kast,...). Doorgaans zal de imker tegen eind juli een laatste keer slingeren. Al de honing die de bijen daarna verzamelen, laten we bewust zitten en dient als voorraad om de winter mee door te komen.

Het klopt inderdaad dat wij als imker de honing verwijderen die de bijen eigenlijk voor zichzelf gemaakt hebben. Een goede imker heeft echter altijd het beste voor met zijn bijen en zal er dus voor zorgen dat de bijen meer dan genoeg honing hebben om de winter te overleven. Dit doen we door voldoende vroeg op het jaar (rond eind juli) een laatste keer de honing van de kasten te halen om te slingeren. Alles wat de bijen daarna verzamelen, is voeding voor hun en zal de imker dus gedurende de hele winter in de kast laten. Moest het toch een strenge winter worden en moesten de bijen toch te weinig honing hebben om te overleven, zal de imker tijdig ingrijpen door bij te voederen met kunstvoeding (vb suikerdeeg) zodat het volk toch de winter kan overleven.

Honing wordt best bewaard in een donkere, koele ruimte (max 15 graden Celsius). Op deze manier blijven de goede kwaliteiten van honing het beste bewaard en kun je optimaal profiteren van de voordelen die deze met zich meebrengen.

Als gevolg van de manier waarop honing gemaakt wordt, bevat honing de ideale omstandigheden voor een lange bewaring. Zo bevat honing in de eerste plaats heel veel gezonde enzymen alsook antibacteriële stoffen die de vorming van schimmels en andere bacteriën tegengaan. Daarnaast bevat honing ook een heel laag vochtgehalte waardoor er opnieuw minder kans is op bederven. Om deze redenen is honing, indien goed bewaard, één van de weinige natuurlijke stoffen die oneindig houdbaar zijn. Er zijn genoeg voorbeelden van potten met eeuwenoude honing die na openen nog perfect geconsumeerd konden worden.

Ondanks deze eigenschappen zijn wij als imker vanuit de overheid toch verplicht om een houdbaarheidsdatum op onze potten met honing te zetten. Deze mag maximaal 2 jaar in de toekomst liggen, gerekend vanaf de datum waarop de honing in de pot gedaan wordt. De precieze datum wordt bepaald door de vochtigheidsgraad van de honing, die gemeten wordt aan de hand van een refractometer.

Hoewel het zeker geen zwart-wit verhaal is, zul je bij de imker zo goed als zeker honing van een hogere kwaliteit kunnen kopen dan bij de de supermarkt. In sommige supermarkten kun je honing kopen die rechtstreeks van bij de imker komt, maar doorgaans zijn de potjes in de groothandel afkomstig uit Oost-Europa of zelfs van Azië. Per de reglementering in Europa mag deze honing tot 20% aangelengd worden met andere stoffen zoals suikersiroop en andere minderwaardige producten, en het is nog maar zeer de vraag of de fabrikanten zich aan deze regels houden. Het spreekt voor zich dat dit een nefaste impact heeft op zowel de smaak als de helende werking van de honing. Niet zo lang geleden was er nog een reportage te zien op de Nederlands televisie waaruit bleek dat 11 van de 15 onderzochte stalen bewerkt of vervalst waren. Bij een imker daarentegen koop je (zo goed als zeker) pure, onbewerkte honing die enkel en alleen gefilterd werd om de grootste onzuiverheden te verwijderen.

Hoewel de bijen elk jaar hetzelfde doen (namelijk genoeg honing produceren om de winter mee door te komen), is de toch elk jaar een groot verschil in de samenstelling en de hoeveelheid van de honing die een volk produceert. Dit heeft te maken met twee grote factoren: de beschikbare bloemen en het weer.

De hoeveelheid bloemen heeft logischerwijs een grote impact op de honingproductie. Om honing te kunnen maken, moet een bij nectar uit een bloem halen en deze naar het nest brengen om te verwerken tot honing. Hoe minder bloemen in de directe omgeving, des te langer en verder de bijen moeten vliegen en hoe meer tijd ze dus verliezen in hun zoektocht naar nectar en stuifmeel. Doorgaans zijn er in België genoeg bloemen te vinden om een wintervoorraad aan te leggen maar een gunstige locatie kan gemakkelijk drie tot vijf keer meer honing opleveren dan een slechte locatie.

Een grotere (en meer variabele) factor is het weer. In een normaal jaar met voldoende zon en regelmatig een bui zijn bijen op hun best en kunnen zij met gemak voldoende voedsel vinden. Tegenwoordig zien we echter steeds vaker extreme situaties opduiken, zoals bijvoorbeeld lange periodes van droogte (waardoor de bloemen geen nectar produceren) of lange periodes van zware neerslag (waardoor de bijen niet kunnen vliegen). Hierdoor zijn de bijen genoodzaakt om binnen te blijven en hun kostbare honing op te eten in plaats van aan te vullen met nieuwe honing. Ook hier herkennen we dus duidelijk de impact van de opwarming van de Aarde. Als imker kunnen we hier helaas niet veel aan doen behalve hopen dat het volgend jaar beter wordt.

Bijenzwerm in jouw tuin? Bel ons en wij komen hem gratis bij jou ophalen.